Oogdruppels met atropinesulfaat worden bij kinderen meestal voorgeschreven in het geval van ernstige myopie (bijziendheid) of bij amblyopie (een ‘lui oog’) als alternatief voor afplaktherapie.  De sterkte wordt voor iedere patiënt individueel bepaald. Hogere concentraties zijn effectiever, maar geven ook meer bijwerkingen.

Een magistrale bereiding van oogdruppels op basis van atropinesulfaat mag als terugbetaalde bereiding ingebracht worden op voorwaarde dat deze bereid worden op basis van de ampullen atropinesulfaat die opgenomen zijn in Hoofdstuk III van de positieve lijst. Er zijn maximum 10 ampullen vergoed per voorschrift.
Dit heeft als gevolg dat oogdruppels van atropine met een concentratie > 0,1 % niet terugbetaald zijn omdat de dosering van de beschikbare ampullen van hoofdstuk III het niet toelaat om de gewenste finale dosering te bekomen mits het respecteren van de beperking van maximum 10 ampullen per module.  

Hoe schrijft men voor?
Bijvoorbeeld:
R) Atropine 0.01%
F.s.a. oogdruppels
Dt. 10 ml

Om verwarring te vermijden en om zeker te zijn van de terugbetaling is het handig dat de arts vermeldt dat de bereiding dient te gebeuren op basis van de ampullen opgenomen in Hoofdstuk III van de positieve lijst.
Belangrijk voor de apotheker: bij het inbrengen van de formule dient atropinesulfaat ingebracht te worden met de code van de ampullen (CNK magistraal 508-978, 508-986 of 508-994).  De gebruikte ampullen moeten per stuk ingebracht worden, niet per hoeveelheid atropinesulfaat.